[Vers 1]
Ze rijdt het hek door, stempelt af
En zwaait naar de portier
Ze zegt zelfs meneer Broekman goeiedag
Hoewel ze die Broekman eigenlijk niet mag
Ze geeft Ans, die thuis problemen heeft, zomaar een zoen
En zegt: meid, ga even zitten, laat mij dat maar doen

Tussen de middag pakt ze haar jas
Kijkt in haar portemonnee
En haalt voor iedereen, bij de bakker op de hoek
Voor straks, bij de thee, een goedgevulde koek
Ze staat 's middags versteld van haar eigen lef
Als ze "Doe dat lekker zelf, joh" zegt tegen haar chef

[Refrein]
Het is haar laatste dag
Morgen gaat ze op vakantie
Met een vliegtuig naar de Middellandse Zee
Haar laatste dag
En dan gaat ze op vakantie
Met een vliegtuig, en haar vriendje gaat mee

[Vers 2]
Het laatste uur kijkt ze niet meer op de klok
Anders duurt dat uur zo lang
En als Willem voorbijkomt, ouwe Willempie Verhey
Roept ze strakkies: trouwen Willem, nog'n kwartier dan ben ik vrij
Een minuut voor vijf, ze heeft haar jas al aan
En telt de secondes tot de zoemer zal gaan
De laatste prikklok, ze stempelt af, de automaat zegt 'tak'
Ze fietst op haar gemak
Door de drukte van het avondspitsverkeer
De laatste dag dat Nederlandse weer
Ze gaat die avond vroeg naar bed
Nadat ze eerst haar koffers bij de deur heeft klaargezet

[Refrein]
Het is haar laatste dag
En dan gaat ze op vakantie
Met een vliegtuig naar de Middellandse Zee
Haar laatste dag
En dan gaat ze op vakantie
Met een vliegtuig, en haar vriendje gaat mee
Het is haar laatste dag
En dan gaat ze op vakantie
En haar vriendje gaat mee