Harrie Jekkers
Brief Van Een Haagse Bijstandsmoeder Aan Hare Majesteit
[Vers 1]
Majesteit ik heb de pen ter hand genomen
En ik wil per brief gewoon es effe met u bomen
In mijn leven is van alles mis gegaan
Hier is 't verhaal van een armzalig onderdaan
Een tijdje t'rug nam mijn man opeens de kuiten
En naar mijn alimentatie ken ik fluiten
Ik heb er recht op, maar ik vraag er nooit meer naar
Want dan komt-ie langs en ramt-ie alles mekaar
Dus, Beatrix, nou mot ik bijstand trekken
Da's net genoeg om net niet te verrekken
Ik heb een dochter en een tweeling, Rik en Rob
Ik sluit een foto bij in deze envelop
Trees is zestien en ze schaamt zich voor d'r eige
Ze zou zo graag zo'n Michael Jackson hessie krijgen
Maak 'k heb geen geld; heb ik een streepjestrui gehaakt
Wordt het schaap op school voor zebra uitgemaakt
Voor Rik en Rob moest ik laatst merkschoenen kopen
Want ja, ze verdommen op goedkope rond te lopen
Ik heb er financieel behoorlijk voor gebloeid
Twee maanden later waren ze der'uit gegroeid
[Refrein]
Vanmorgen draaide ik mijn laatste duppie om
En toen zag ik uw gezicht en dacht ik; kom
Ik schrijf die Beatrix een brief
Hoogheid, lees hem alsjeblieft
Als u hem uit heeft, nou, dan snapt u wel waarom
[Vers 2]
Begin dit jaar heb ik mijn pa in huis genomen
Hij heb reuma, kan niet meer zelfstandig wonen
Staat op een wachtlijst voor het verpleegtehuis
Ligt op een stretcher in de kamer voor de buis
Verleden week lag-ie naar 'Prijs je Rijk' te kijken
Ik stond in de goedkope uurtjes wat te strijken
Ineens een flits en hup, Fred Oster die was zoek
Dag tweedehansie-met-garantie-tot-de-hoek
Ik durf geen mens meer voor een etentje te vragen
Ik kan ze moeilijk rauwe wortels laten knagen
Maar laatst zei Trees: mijn vriendje, die eet mee
Ik kreeg ter plekke pijn in mijn portemonnee
Toen heb ik een diepvrieskip bij Albert Heijn gestolen
En het beest onder de pet van pa verscholen
Wat gebeurt er; bij de kassa valt-ie flauw
Door die kip was ie bevangen door de kou
De hele buurt die heb het in de krant gelezen
Nou word ik door iedereen als jatmoos nagewezen
Twee weken terug ging ook de stofzuiger kapot
En werd mijn fiets gejat; hij stond nog wel op slot
[Refrein]
Vanmorgen draaide ik mijn laatste duppie om
En toen zag ik uw gezicht en dacht ik; kom
Ik schrijf die Beatrix een brief
Hoogheid, lees hem alsjeblieft
Als u hem uit heeft, nou, dan snapt u wel waarom
[Vers 3]
Majesteit, toen zag ik het effe niet meer zitten
Draaide het gas aan onder alle vier de pitten
Ik wou dood, maar zelfs dat zat me niet mee
't Gas was afgesloten door het GEB
Toch ben ik blij dat ik het heb mogen overleven
Anders had ik deze brief ook nooit geschreven
Majesteit, tot slot heb ik nog een vraag
Kan u eens praten met die Lubbers in Den Haag
Wilt u eens vragen of-ie mij wat meer kan geven
Hij heeft zijn mond toch vol van zorgzaam samenleven
Economisch, zegt-ie, zijn we weer gezond
Maar mijn huishoudplaatje krijg ik mooi niet rond
Bij voorbaat dank, mocht u bij Lubbers wat bereiken
Dat lijkt me sterk hoor, die zorgt alleen maar voor de rijken
Nou dan doe ik nu de envelop maar dicht
En plak rechtsboven; in uw lachende gezicht
[Refrein]
Vanmorgen draaide ik mijn laatste duppie om
En toen zag ik uw gezicht en dacht ik; kom
Ik schrijf die Beatrix een brief
Hoogheid, lees hem alsjeblieft
U heb'm uit, nou nu snapt U wel waarom