Klein Orkest
Leve Het Nijlpaard
[Vers 1]
De schapen die blaten, de kaka zegt: toe
De mensen die praten, de ka die zegt boe
Maar ons aller nijlpaard interesseert dat geen fluit
Hij ligt in de modder en maakt geen enkel geluid

De apen in Artis die stellen zich aan
Ze krijsen en gillen voor een simpele banaan
Maar ons slimme nijlpaard verzet nog geen poot
Hij gaapt af en toe eens en verdient zo z'n brood

[Refrein]
Leve het nijlpaard
Wat een schitterend dier
Dik, lui en lelijk
Ligt hij in de rivier
Je hoort hem nooit klagen
Het nijlpaard heeft stijl:
Hij ligt alle dagen
Met z'n kont in de Nijl

[Vers 2]
Het nijlpaard heeft maling aan uiterlijk schoon
Zoals ie eruit ziet, zo is-ie gewoon
Hij maakt zich niet op en doet ook niet aan de lijn
Maar ligt dik en lelijk gelukkig te zijn
Dus als je heel lui bent met 'n lelijke snuit
Wat kan jou het schelen, wat maakt dat nou uit
Want neem nou het nijlpaard, die is altijd tevree
Die gezellige dikkerd die zit nergens mee

[Refrein]
Leve het nijlpaard
Wat een schitterend dier
Dik, lui en lelijk
Ligt hij in de rivier
Je hoort hem nooit klagen
Het nijlpaard heeft stijl:
Hij ligt alle dagen
Met z'n kont in de Nijl

[Outro]
Hij ligt alle dagen
Met z'n kont in de Nijl