[Verse 1]
Mijn naam is Pieter Peen
Ik ben een fenomeen
De knapste kop van alle knappe koppen
Ik heb plastic huis
Met zwevende fauteuils
Met roltrappen, met chips en heel veel knoppen
Ik vind uit, ik ben een uitvinder
Da’s mijn liefhebberij
Als je vragen hebt dan kom je maar bij mij

[Chorus]
Hee, professor
Kom, professor
Vind nog ‘ns iets uit
Hee, professor
Toe, professor
Neem ‘s een besluit

[Verse 2]
Maak een robot die de hond uitlaat
Of eentje die kan strijken
Een sportfiets die vanzelluf gaat
Een spiekbril om mee af te kijken
Kom
Een kompjoeter
Die gefoeter
Kan verand’ren in gefluit
Hé professor, fessor, fessor
Vind nog eens iets uit
Ik wacht op een idee
Hier in m’n atelier
En ik begin te boren en te schaven
Als iemand informeert
Waar heb je dat geleerd?
Dan zeg ik: ‘Ach, het is gewoon een gave
Ik vind uit, ik ben als uitvinder
Een absolute kei
Wie problemen heeft, die meldt zich maar bij mij’

[Chorus]
Hee, professor
Kom, professor
Vind nog ‘ns iets uit
Hee, professor
Toe, professor
Neem ‘s een besluit

[Verse 3]
Maak een stoplicht dat op ‘rijen’ floept
Een spiegel die kan liegen
Een spaarpot die rijksdaalders poept
Een bed dat door de lucht kan vliegen
Kom
Maak ‘s fluitjes
Waardoor spruitjes
Transformeren in beschuit
He, professor, fessor, fessor
Vind nog eens iets uit
[Chorus]
Hé, professor
Kom, professor
Wondertherapeut
Hé, professor
Toe, professor
Vind nog ‘ns iets uit

[Verse 4]
Ach, er liggen zoveel wensen klaar
Er zijn nog zoveel dromen
Dat ik daar zelfs ik duizend jaar
Waarschijnlijk niet aan toe zal komen
Tjaaa…
Want dat klaagt maar
En dat vraagt maar
En dat tikt maar op m’n ruit

[Chorus]
Hé, professor
Kom, professor
Zeg, professor
Toe, professor
Ach, professor, fessor, fessor
Vind nog eens iets uit