Kinderen voor Kinderen
Heb jij ’t al
[Chorus]
Zeg, heb jij het al?
Ja, heb jij het al?
Dat gevoel alsof je buik gewoonweg knappen zal?
Heb je eens in de vier weken
Ook die zeurderige steken
Ach, heb jij het al?
Dat uh…
Dat um…
Nou, dat geval?
[Verse 1]
M’n moeder is soms reuze chagrijnig
En heeft dan haast op alles commentaar
Al zijn we nog zo aardig tegen haar
Het doet ‘r niks, althans het doet ‘r weinig
Ze ligt maar op de tweezitsbank te mokken
En papa roept voortdurend: ‘Laat ‘r nou!
Het hoort gewoon nou eenmaal bij een vrouw’
Toch ben ik blij wanneer die maandelijkse buien zijn vertrokken
[Chorus]
O, ze heeft het weer!
Ja, ze heeft het weer!
Ze heeft krampen in haar buik en die doen hevig zeer!
Van die akelige steken
En dat eens in de vier weken
Of zo ongeveer
Ze heeft
Ze heeft
Ze heeft het weer!
[Verse 2]
M’n moeder krijgt echt hele vreemde kuren
En is dan helemaal niet meer zichzelf
Ze zei laatst tegen mij: ‘Je bent al elf
Bij jou zal het dus ook niet lang meer duren’
Vanmorgen is het inderdaad gekomen
En ook al heb ik nu niet zoveel last
Het kan behoorlijk rot zijn, dat staat vast
Maar ach, ik ben nou in het rijtje van de ‘hebsters’ opgenomen
[Chorus]
Zeg, heb jij het al?
Ja, heb jij het al?
Dat gevoel alsof je buik gewoonweg barsten zal?
Heb je eens in de vier weken
Ook die plotselinge steken
Ach, heb jij het al?
Hé joh
Hé joh
Heb jij het al?
Ja, heb jij het al?
Of ben jij er één die hoopt dat het snel komen zal?
Ben je stiekempjes van binnen
Wat jaloers op je vriendinnen?
Ach, het zal wel gauw beginnen en dan ben je net als zij
…Heb jij het al?
Wat leuk
Wat leuk
Je hoort erbij!